“Vernieuwingen hoeven niet ingewikkeld en duur te zijn”, vertelt Iris Nederpel van Gebroeders Nederpel, kweker van potchrysanten. Ze was afgelopen half jaar een van de deelnemers aan de training ‘Frugal Innovation’ van het Erasmus Centre for Entrepreneurship, speciaal voor tuinbouwondernemers. ‘Frugal Innovation’ is een innovatietechniek die gericht is op slimme, betaalbare en simpele oplossingen. Want meer is niet altijd beter.
De training’ Frugal Innovation’ was een initiatief van het Erasmus Centre for Entrepreneurship, in samenwerking met het Centre for Frugal Innovation in Africa (CFIA) van de Leiden-Delft-Erasmus alliance (LDE), Provincie Zuid-Holland, Horti Heroes, Haagse Hogeschool en Greenport West-Holland. Deelnemers uit de tuinbouw gingen aan de slag met een case uit hun eigen bedrijf, en werden daarbij begeleid door experts van ECE, Erasmus Universiteit en Haagse Hogeschool. Tuinbouwondernemers konden – dankzij sponsoring door provincie Zuid-Holland – gratis deelnemen.
“Frugal Innovation” is een innovatie-techniek die gericht is op slimme, zuinige, concrete maar vooral simpele oplossingen, vertelt Alfred Kraaij (CFIA en Haagse Hogeschool). “De aanpak komt uit minder ontwikkelde landen: daar hebben ondernemers leren omgaan met het feit dat niet alles altijd voorhanden is. Misschien is in ons land alles nog wel voorhanden. Maar eigen eigenlijk zouden we minder resources moeten willen gebruiken, door van minder, meer te maken.”
Drijfveren van de klant
Bij de start moesten de deelnemers hun eigen businessmodel op een Canvas zetten, en vervolgens presenteren. Aan de hand van trends werden mogelijkheden voor slimme innovaties besproken. Kraaij: “En daarna begon voor de deelnemers de zoektocht naar eigen innovaties, en naar de drijfveren van hun klant: wat zijn de ‘pains, gains en jobs-to-be-done’? Want als je écht kennis hebt van je klant, dan kun je kijken of je op een innovatieve manier de pijn kunt verzachten of het voordeel kan vergroten.”
Op de vierde avond presenteerden de deelnemers hun innovatie aan de groep. Zo ontwikkelde Iris Nederpel van kwekerij Gebroeders Nederpel een kerstversie van een bestaand concept. “Hiervan hebben we al een order verkocht voor dit jaar.” Daarnaast werkte ze aan de voorraadbeheer. “We hebben ook gekeken hoe we voorraden beter en voor iedereen overzichtelijk in kaart kunnen brengen. Hiervoor is een format gemaakt. Daar zijn we al mee aan de slag gegaan. Nu kunnen we verder ontwikkelen.”
Tijd maken voor strategie en innovatie
“Het programma sprak mij direct aan, omdat het direct toepasbaar is in ons eigen bedrijf”, vertelt Iris Nederpel. “Daarnaast vond ik het erg leuk dat er alleen ondernemers/managers uit de tuinbouwbranche deelnamen.” Het beviel haar dan ook goed. “We hebben geleerd dat het belangrijk is om tijd te maken voor strategie en innovaties, en dat sparren met medeondernemer en docenten helpt om tot nieuwe inzichten te komen. Daarnaast hebben we gezien dat er theoretische modellen zijn die het makkelijk kunnen maken om tot nieuwe ideeën te komen of om het probleem of de kans beter in kaart te brengen.”
Albert Kraaij: “Alle deelnemers kwamen uit verschillende plekken in de waardeketen. En in dat woord zitten twee woorden verpakt die goed de toegevoegde waarde van de workshops beschrijven. Aan de ene kant is er ‘waarde’. De deelnemers hadden gemeen dat ze op zoek zijn naar innovaties om waarde voor hun klanten te creëren. Het andere woord is ‘keten’. Doordat er bedrijven uit meerdere fasen van de waardeketen bij elkaar waren gebracht ontstond er een kennisuitwisseling; niet alleen maar tussen kwekers maar ook tussen de groothandel, leveranciers van de kwekers en telers.”
Vervolg
Momenteel wordt onderzocht of de training een vervolg kan krijgen. Gesprekken met bovengenoemde partijen zijn gestart. Kraaij: “Het zou geweldig zijn als meer ondernemers in de sector de kans krijgen aan hun eigen innovatie kunnen werken samen met andere ketenpartners. Daarnaast wil de Haagse Hogeschool de training aanbieden alumni van de opleiding Ondernemerschap.”