Voor een systeemverandering heb je verschillende disciplines nodig

De druk op de planetaire grenzen neemt snel toe. Vanuit verschillende wetenschappelijke disciplines wordt hard gewerkt aan oplossingen. Dat doen ook Peter Knorringa en Arnold Tukker, Leiden-Delft-Erasmus Centre directeuren van respectievelijk het International Centre for Frugal Innovation en Centre for Sustainability. Samenwerking binnen de Leiden-Delft-Erasmus alliantie kan een belangrijke bijdrage leveren. 

Hoe kunnen jullie vakgebieden het mogelijk helpen maken om binnen de planetaire grenzen te blijven?  
Knorringa: “Frugal innovation houdt simpel gezegd in dat je producten of diensten ontwerpt vanuit de mindset dat ze simpel, betaalbaar en robuust moeten zijn. De mensen die het echt nodig hebben staan centraal. Een voorbeeld hiervan is M-Pesa, een mobiele geldservice die in 2007 werd gelanceerd in Kenia. Miljoenen mensen kunnen met eenvoudige tekstberichten financiële transacties uitvoeren via hun mobiele telefoon, zonder dat ze afhankelijk zijn van traditionele banken. Wat deze innovatie zo krachtig maakt, is dat het complexe technologie gebruikt, maar voor de gebruiker heel simpel, goedkoop en veilig is. En het maakt écht een verschil voor de mensen die het gebruiken. Dit is precies waar frugal innovation om draait: meer doen met minder middelen.” 

Is dat het grote verschil met circulariteit?  
Tukker: “In de circulaire economie kijken we vooral naar restwaarde: we willen grondstoffen zo lang mogelijk in de keten houden. Er zijn mensen die zeggen dat we op die manier eeuwig kunnen groeien op deze eindige planeet. Van die school ben ik niet. Een economie die ieder jaar 7 procent groeit is niet houdbaar.” 

Knorringa: “Dat klopt. Een voortdurende groei is onhoudbaar. Die overtuiging hebben we allebei. Er is een systeemverandering nodig. En steeds meer mensen zien dat. Niet alleen een paar wetenschappers die er mooie verhalen over vertellen en een klein clubje idealisten.”  

Wat is er nodig om tot zo’n systeemverandering te komen? 
Tukker: “Samenwerking tussen verschillende vakgebieden speelt daar een belangrijke rol in. Neem zo’n mobieltje. Daar heb je niet alleen top of the bill designers voor nodig, maar ook kennis over businessmodellen en consumentengedrag. Je moet nadenken hoe een bedrijf op een andere manier geld kan verdienen.” 

Knorringa: “Daar komt bijvoorbeeld ook intellectueel eigendom bij kijken. Toen we net begonnen waren met ‘frugal’ spraken we met mensen van de juridische faculteit. Omdat frugal innovaties vaak op een meer informele manier tot stand komen, zeiden ze er niet zo veel mee te kunnen. Ik denk nu dat je er wel degelijk iets mee kunt, als je er maar wat creatiever naar kijkt.” 

Arnold: “Het gaat ook om transitiemanagement. Ook historici kunnen hier een bijdrage aan leveren. In het verleden zijn er vaker grote omwentelingen geweest. Kunnen we die beter begrijpen? Wat kunnen we daarvan leren? Ik vind dat heel interessant.” 

Knorringa: “De uitdaging is om meer over de grenzen van onze eigen ‘silo's’ heen te kijken. In onze universiteiten zie ik steeds meer jonge mensen die dat graag willen. Maar we moeten dat dan ook wel mogelijk maken.” 

Hoe gebeurt dat concreet, binnen de Leiden-Delft-Erasmus alliantie? 
Knorringa: “Aan het eind van de bachelor-fase hebben we een minor waarin studenten van verschillende universiteiten samenwerken. Een designer uit Delft doet dan bijvoorbeeld een project met een student bedrijfseconomie van het Erasmus en een student International Studies uit Leiden. Dat kan gaan om het verder brengen van een frugal innovation in Afrika, maar ook om een samenwerking met een bedrijf hier in Nederland.”   

De politiek en de macht van de grote bedrijven geven niet altijd reden om optimistisch te zijn. Hoe houden jullie hoop? 
Tukker: “Er worden wel degelijk stappen gezet, ook in beleid. Ik ben bijvoorbeeld blij met producentenverantwoordelijkheid die steeds gebruikelijker wordt. Het hergebruik van elektrische apparaten is best goed. En ook de invoering van statiegeld op blikjes is weer een stapje in de goede richting.” 

Knorringa: “De Brits-Venezolaanse econome Carlota Perez stelt dat dit de eerste keer in de geschiedenis is dat de mensheid zich bewust is op een kantelpunt te staan. Dat ziet ze als een grote kans. De vraag is nu hoe we ervoor kunnen zorgen dat we die kans ook grijpen.” 

Peter Knorringa en Arnold Tukker gaan verder in op die kans in de Meer Doen met Minder podcast. Daarin bespreken ze samen de rol van hun vakgebieden in de zoektocht naar oplossingen.